KOR – de nieuwe regeling

Algemeen

De KOR regeling gaat in op 1 januari 2020. Wanneer de omzet van het bedrijf per kalenderjaar niet hoger is dan € 20.000 kan de ondernemer onder bepaalde voorwaarden vrijwillig gebruik maken van de KOR. Die ondernemer krijgt dan vrijstelling van de BTW plicht. Er hoeft dan geen BTW te worden afgedragen maar er kan ook geen BTW worden teruggevraagd. De ondernemer factureert zonder BTW en doet ook geen BTW aangifte.

Voor wie is de regeling bestemd?

De KOR is er voor rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid, zoals bijvoorbeeld zzp’ers, eenmanszaken mèt personeel en de VOF. Maar ook voor stichtingen, verenigingen en BV’s.

De deelnemer aan de KOR moet ondernemer zijn voor de omzetbelasting en in Nederland gevestigd zijn, of hier een vaste inrichting hebben.

Hoe start en eindigt de regeling voor een deelnemer?

Inschrijven

Bij het jaar van aanvang van de regeling is er vanwege de verwachte grote toeloop een inschrijftermijn gesteld van uiterlijk 20 november 2019. Hierna is de inschrijftermijn 4 weken voor ingang van het volgende BTW tijdvak. Een inschrijving gebeurt voor een termijn van 3 jaar.

Uitschrijven

Let op: dit is een punt van aandacht bij deze regeling:

Uitschrijven kan alleen maar aan het einde van een 3-jarige periode met een opzegtermijn van 4 weken. Als er niet wordt uitgeschreven gaat er automatisch een nieuwe periode van 3 jaar in.

Nadat de deelnemer zich heeft uitgeschreven is het voor een periode van 3 jaar niet meer mogelijk opnieuw in te schrijven.

Beëindiging vanwege bereiken omzetlimiet

De regeling stopt op het moment dat de omzetgrens van € 20.000,= wordt bereikt. Alle omzet boven de grens inclusief het bedrag waarmee de grens werd overschreven vallen onder het reguliere BTW regime.

Waarom zou je hiervoor kiezen?

Eenvoudigere administratie

Het meest in het oog springende voordeel is de vereenvoudiging van de administratie. Geen BTW aangiften, geen BTW administratie en geen BTW meer op de facturen aan de klant.

Financieel voordeel

Deelnemen aan de regeling kàn een financieel voordeel opleveren maar dat hoeft niet zo te zijn. Daarnaast kan de regeling op verschillende manieren worden ingevuld.

Inkoopkant:

Bij een inkoop die belast is met BTW kan deze BTW niet meer teruggevraagd worden als voorheffing. Dit is een financieel nadelig effect. De pijn wordt iets verzacht doordat nu het gehele factuurbedrag van inkopen als kosten kan worden verwerkt en ten laste van de winst wordt gebracht. Voorheen kon alleen het gedeelte zonder BTW ten laste van de winst worden gebracht.

Verkoopkant:

Op de verkoopfactuur wordt geen BTW in rekening gebracht. De deelnemer kan dit op twee manieren invulling geven:

  1. De BTW gewoon weglaten en alleen het bedrag ex BTW factureren. Hiermee wordt het totale factuurbedrag lager dan zonder de regeling.
  2. Het (voormalige) BTW bedrag toch uitrekenen en optellen bij het bedrag ex BTW. Hiermee blijft het totale factuurbedrag hetzelfde als zonder de regeling.

Als een klant zelf geen BTW kan aftrekken maakt het niet zoveel uit of er nou wel of niet een BTW bedrag op de factuur staat. De klant zal vooral kijken naar het totaalbedrag van de factuur. In dit geval is mogelijk 1 aan te bevelen.

Als een klant zelf wèl BTW ondernemer is zal deze het niet vanzelfsprekend op prijs stellen wanneer het netto bedrag hoger is geworden er er geen BTW aftrek meer mogelijk is. Hier zal waarschijnlijk mogelijkheid 2 het beste werken.

Een oplossing zou kunnen zijn om een korting aan te bieden aan BTW ondernemers voor het bedrag dat zij anders als BTW terug hadden kunnen vragen.

Grensbewaking belangrijk!

Een deelnemer aan de regeling doet mee omdat de omzet naar verwachting laag is. Lager dan € 20.000 per jaar. Maar stel nu dat het zo goed gaat met het bedrijf dat bijvoorbeeld in september de € 20.000 grens wordt overschreden.

Dat is, ten eerste, natuurlijk mooi. Maar de deelnemer aan de regeling moet wel goed opletten. Want over de omzet boven de € 20.000 inclusief het bedrag waarmee de grens werd overschreden moet nu wel BTW worden afgedragen.

Bij grensoverschrijding

Vanaf dit moment de facturen worden voorzien van een BTW berekening en moet er BTW aangifte worden gedaan over deze bedragen. Dit houdt in dat in sommige gevallen de netto prijsstelling moet worden aangepast.

Let op, dit is een risico in de nieuwe regeling:

Als de deelnemer op dit moment niet reageert omdat de omzet niet (meer per BTW periode) in de gaten wordt gehouden volgt er waarschijnlijk een onverwachte BTW aangifte en aanslag op het moment dat de overschrijding van de omzetgrens wordt geconstateerd.