Drie kleine regelingen
Het valt me op dat bij mensen drie regelingen in gesprekken nog wel eens met elkaar verward worden. Dat komt waarschijnlijk doordat het woord “klein” in alle drie de regelingen voorkomt. Het gaat om:
- Kleine ondernemers regeling (ook wel KOR)
- Kleine vergoedingsregeling
- Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
Hieronder een korte uitleg per regeling. Hopelijk brengt dit helderheid voor de lezers.
Kleine Ondernemers Regeling
Betreft omzetbelasting
Dit is een regeling met betrekking tot de omzetbelasting. Het is een regeling die bedoeld is voor ondernemers met een relatief lage omzet. Tot en met 2019 kreeg de ondernemer met een laag BTW saldo over het hele jaar de afgedragen BTW of een deel hiervan terug. Vanaf 2020 kunnen ondernemers met een lage omzet er voor opteren helemaal geen deel te nemen aan de BTW. Over dit onderwerp zijn op dit blog al een paar artikelen verschenen.
Kleine vergoedingsregeling
Inkomstenbelasting, onderdeel van de artiestenregeling
Deze regeling heeft betrekking op mensen die inkomen ontvangen onder de artiestenregeling. Dit is een bijzondere regeling binnen de inkomstenbelasting waar later op dit blog nog wel een artikel aan gewijd zal worden. De kleine vergoedingsregeling stelt dat iemand die inkomen ontvangt onder de artiestenregeling per optreden een bedrag van € 163,= mag ontvangen zonder dat hier belasting op wordt ingehouden. Omdat dit bedrag wordt aangemerkt als vergoeding voor gemaakte kosten. Er wordt ook veelvuldig gebruik gemaakt van deze regeling. Soms misschien ook wel omdat het administratief eenvoudiger is dan een verloning.
Let met het toepassen van deze regeling op. De belastingdienst kan komen controleren. En dan verwachten ze dat er voor al deze ontvangen vergoedingen ook een verklaring is aan welke kosten dit geld dan is besteed. En als dat niet kan worden uitgelegd wordt het alsnog tot het inkomen berekend en wordt er alsnog belasting over het bedrag geheven.
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
Inkomstenbelasting, fiscaal voordeel bij het plegen van een investering.
Een ondernemer pleegt investeringen. Dit zijn uitgaven voor bedrijfsmiddelen die langer dan een jaar meegaan en meer hebben gekost dan € 450 (alle uitzonderingen nu even terzijde). Bijvoorbeeld een pc, een auto of een vergadertafel. Als de hoogte van de investeringen aan bepaalde marges voldoet mag een gedeelte van de investering in aftrek van de winst worden gebracht.
Later op dit blog zal er nog een afzonderlijk artikel aan dit onderwerp worden gewijd.
Tot zo ver. Hopelijk werpt deze informatie weer wat licht op het fiscale landschap.
–26 februari 2020–
Eddy Dijkman
(DBOC/Dijkman Boekhouding)
Mochten er vragen en/of op en aanmerkingen bij deze tekst zijn reageer dan vooral op dit artikel. Als het ergens beter of duidelijker kan wordt dit zo snel mogelijk aangepast.